Programma Hart voor Haarlem

Hart voor Haarlem heeft duidelijke standpunten over waar het met Haarlem heen moet. Tegelijk zijn we kritisch op een aantal belangrijke voornemens van het huidige college. Onze standpunten op actuele onderwerpen zetten wij hier uiteen in ons programma voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018.
We beschrijven ons verkiezingsprogramma aan de hand van 10 Thema’s en een financiële paragraaf. Het volledige programma van Hart voor Haarlem kun je als pdf downloaden.

 

Thema 1: Versterk de lokale democratie met referenda

Uit recent onderzoek blijkt dat bewoners van Haarlem slechts beperkt op de hoogte zijn van wat er in de gemeenteraad gebeurt.
Slechts 26% voelt zich door de raad vertegenwoordigd. Hart voor Haarlem vindt dit te weinig en vindt dat de gemeente zich moet inspannen om de betrokkenheid van inwoners van de stad te verhogen. Verder maken we ons zorgen over de ‘stroperigheid’ van procedures bij het realiseren van nieuwe plannen, en willen we onderzoeken hoe we de samenwerking met wijkraden kunnen verbeteren.

1.1. Hart wil het referendum in Haarlem behouden
Lokale onderwerpen lenen zich vaak prima voor een raadpleging van de bevolking. Referenda versterken het debat en de betrokkenheid van de Haarlemmers bij belangrijke ontwikkelingen in de stad.
Hart wil dat de gemeente op belangrijke onderwerpen het debat in de stad of wijk organiseert en met moderne middelen de mening van de bewoners peilt. Deze raadpleging is zwaarwegend maar raadgevend. De gemeenteraad heeft het laatste woord.

1.2. Hart wil beroeps- en bezwaarschriften beperken tot direct belanghebbenden
Het komt geregeld voor dat plannen van bewoners of ondernemers, of van de gemeente zelf, ‘eindeloos’ worden opgehouden door beroeps- en bezwaarschriften van partijen die niet direct betrokken zijn bij het plan, maar die zich tegen het plan keren vanuit hun algemene maatschappelijke doelstelling als organisatie of persoon. Dit leidt tot onnodige vertraging, veroorzaakt extra kosten, en frustreert bewoners, ondernemers en organisaties die willen investeren in de stad. Hart vindt dat in beroeps- en bezwaarmogelijkheden de belangen van personen en organisaties die direct door dit plan geraakt worden het zwaarst moeten wegen.

1.3. Hart is voor experimenten in samenwerking wijkraden en gemeenteraad
De stad is georganiseerd in wijken, met vaak wijkgebonden plannen, prioriteiten en zorgen. De gemeenteraad is georganiseerd in politieke partijen met standpunten die de wijk, en bij landelijke partijen vaak zelfs de stad, overstijgen. Wijken kunnen het eens zijn over een zaak die de wijk direct aangaat, maar zien dat in de gemeenteraad verdeeldheid heerst over dit onderwerp (en omgekeerd). Hoe breng je deze werelden bij elkaar? Hart wil kijken hoe hier in andere steden mee wordt omgegaan en in Haarlem experimenteren met andere vormen van samenwerking en inspraak.

 

Thema 2: Betaalbaar wonen door gerichte maar beperkte nieuwbouw

Haarlem is een populaire woonstad en de bevolking van de stad groeit. Dit veroorzaakt steeds meer druk op de woningmarkt. Gerichte nieuwbouw en flexibeler regels zijn nodig om deze situatie te verlichten. Tegelijk vindt Hart ook dat er grenzen aan de groei zijn. Te grote verdichting gaat ten koste van de leefbaarheid voor iedereen. Onze programmapunten zijn:

2.1. Hart wil meer betaalbare en middeldure huur- en koopwoningen 
Het tekort aan betaalbare huurwoningen in de vrije sector heeft ervoor gezorgd dat mensen inmiddels bijna negen jaar lang moeten wachten op een sociale huurwoning. Op zich zijn er in Haarlem genoeg sociale huurwoningen. Die worden alleen deels bezet gehouden door Haarlemmers die daar inmiddels teveel voor verdienen. Hart is ervan overtuigd dat zij graag doorstromen naar een woning in de vrije sector, maar die zijn er onvoldoende. De doorstroming op de woningmarkt moet de komende periode topprioriteit zijn. Dat kan maar op één manier: er moeten meer middelhuur- en betaalbare koopwoningen gerealiseerd worden voor Haarlemmers, waarbij de huur of hypotheeklasten tussen de €715 en €1000 per maand liggen. Hart wil daarom dat er in gebiedsplannen harde afspraken worden gemaakt met projectontwikkelaars voor het bouwen en betaalbaar houden van huur- én koopwoningen.

2.2. Hart wil meer en rijker groen in en om de stad
Haarlem is naar verhouding een versteende stad. Dat wil zeggen dat een relatief groot deel van het gemeenteoppervlak bestaat uit bebouwing en infrastructuur. Hart is daarom tegen ongebreidelde nieuwbouw die een verdere aanslag betekent op het schaarse groen. Doelstellingen rond nieuwbouw zijn wat Hart betreft dan ook niet onbegrensd en kunnen alleen in regionaal verband ingevuld worden. Tegelijk wil Hart investeren in een kwalitatieve opwaardering van het beschikbare groen voor sport en recreatie.

2.3. Hart wil meer flexibiliteit en maatwerk in bestemmingsplannen
Hart wil af van de verplichte 30% sociale woningbouw per nieuwbouw project. Liever kijken wij per wijk of buurt hoe groot de behoefte aan sociale huur is. Uitgangpunt daarbij is dat we betaalbare woningen realiseren op betaalbare grond. Bouwen in de periferie van de Waarderpolder is daarbij voor Hart acceptabel. De tijd van de krampachtige regels rond gebiedsbestemming en rigide bestemmingsplannen is wat Hart betreft sowieso voorbij. Geen Heilige Huisjes meer!

2.4. Hart wil een eerlijke kans op een sociale huurwoning
Hart wil dat iedereen met een bescheiden inkomen een eerlijke kans krijgt op een sociale huurwoning. De Haarlemse wachtlijsten moeten worden opgeschoond en verkleind. Er staan namelijk veel mensen op die niet meer op zoek zijn naar een sociale huurwoning of er geen recht meer op hebben. Dit vertroebelt het maken van zinvol beleid. Over het opschonen van de lijsten willen we dat de gemeente met woningcorporaties afspraken maakt.

2.5. Hart wil 10% van de sociale huurwoningen verloten
Hart wil dat 10% van de sociale huurwoningen die binnen nieuwbouwprojecten gerealiseerd worden verloot wordt, zodat er ook een eerlijke kans op een woning is voor mensen die door onvoorziene persoonlijke of professionele omstandigheden ineens acuut woningzoekende in Haarlem zijn geworden. Dit systeem vervangt het voorrangsbeleid voor speciale groepen als statushouders.

2.6. Hart houdt huren betaalbaar
Het betaalbaar houden van woningen in de vrije huursector is een aandachtspunt. De gemeente moet, liefst samen met de andere grote steden en de Rijksoverheid, onderzoeken hoe betaalbare huurwoningen ook betaalbaar blijven. Hierbij denken we aan huurbescherming boven de ‘aftoppingsgrens’. Met mensen die geen recht meer hebben op een sociale huurwoning maar er nog wel in wonen, moeten bindende afspraken gemaakt kunnen worden over het doorstromen naar een reguliere woning – op voorwaarde dat deze woningen er zijn natuurlijk. Zo gaan we scheefwonen tegen en maken we meer ruimte voor starters.

2.7. Hart wil ouderen helpen om kleiner te gaan wonen
Veel ouderen wonen in een woning die te groot voor hen is geworden of te veel trappen heeft. Het huidige beleid om deze mensen te verleiden te verhuizen naar een kleinere woning of de kans te bieden naar de begane grond te verhuizen is niet effectief. Hart wil een praktische regeling waardoor het wel interessant wordt om de te grote woning te verruilen voor een woning die kleiner is maar beter past. Mogelijkheden zijn een verhoging van de verhuiskostenvergoeding en het niet automatisch naar maximaal niveau brengen van de huur in de nieuwe woning. Ook moeten de normen van wat ‘groot’ is zodanig worden bijgesteld dat men eerder in aanmerking komt voor de regeling. Ook deze maatregel zal de doorstroming bevorderen.

2.8. Hart wil dak- en thuislozen adequaat opvangen
Voor dak- en thuislozen moet goede opvang zijn, zeker in tijden van winterkoude. We willen de inloopvoorzieningen behouden. We willen voor daklozen de doorstroming naar zelfstandig wonen versnellen, bijvoorbeeld door woningen te creëren in leegstaande kantoren.

2.9. Hart wil kwalitatieve hoogbouw tot maximaal 4 woonlagen
Hart wil niet alleen kwantitatieve groei, maar ook kwalitatieve groei. Dat betekent dat wij behoud van toonaangevende architectuur belangrijk vinden. Wij willen het prachtige en historische karakter van de binnenstad en de omliggende gebieden behouden, maar zien buiten de Haarlemse ring ruimte voor meer hoogbouw. Deze hoogbouw moet passen bij het karakter van de directe omgeving. Hart wil vaker woningen bouwen tot een maximale hoogte van vier woonlagen.

2.10. Hart wil dat de stad beter onderhouden wordt
Onderhoud is niet populair en wordt vaak vergeten bij bouwprojecten, stadsontwikkeling en aanleg van groenvoorzieningen. Toch is het essentieel voor de kwaliteit van wijken en van de stad als geheel. Verloedering en langdurige leegstand is niet acceptabel. Het leidt tot afnemend woongenot en in ernstige gevallen tot toenemende onveiligheid. Hart wil in samenwerking met de wijkraden een onderhoudsplan voor de gemeente opstellen waarin het onderhoud van gebouwen en van de openbare ruimte in brede zin geïntensiveerd wordt. Hart wil dat de gemeente in gesprek gaat met eigenaren van gebouwen die ernstig achterstallig onderhoud vertonen, en deze eigenaren in het uiterste geval middels aanschrijvingen dwingen om maatregelen te nemen.

2.11. Hart wil lagere parkeernormen
Slim parkeren betekent ook slim omgaan met parkeernormen. Dit zijn regels die ervoor zorgen dat bij het bouwen van woningen, kantoren of andere gebouwen ook voldoende parkeerplekken worden aangelegd. Veel projecten worden financieel minder rendabel en komen moeilijker van de grond als er ook nog eens een dure parkeeroplossing moet worden aangelegd. Hart wil daarom dat er in Haarlem lagere parkeernormen worden gehanteerd op plekken die goed per openbaar vervoer bereikbaar zijn. Huurders en kopers van dergelijke panden maken dan geen aanspraak meer op een parkeervergunning.

2.12. Hart wil het karakter van Spaarndam behouden
Hart is tegen de bungalowparken die rond Spaarndam gepland zijn. Hart is voor een extra zorghotel zodat Spaardammers in hun eigen buurt kunnen revalideren. Hart wil dat de gelden uit het Schipholfonds in overleg met de Spaarndammers worden ingezet voor lokale doelen.

 

Thema 3: Hart staat pal voor de Nederlandse rechtstaat

Haarlem is van iedereen die hier woont. Hart streeft naar een harmonieuze gemeenschap waarin ruimte is voor verschillen, en de rijke tradities waaruit deze voortkomen, en die niet gesegmenteerd is in culturen die langs elkaar heen leven.  Alle bewoners moeten samen kunnen profiteren van wat de stad te bieden heeft. Maar Hart staat daarbij pal voor de fundamentele principes van onze rechtstaat. Daarom vinden we het volgende belangrijk:

3.1. Hart wil vrijheid van religie en religie met vrijheid
In Haarlem is er ruimte voor bewoners van elke geloofs- of levensovertuiging. Wij bevorderen ontmoetingen tussen verschillende groepen. In tijden van toenemende maatschappelijke spanningen is het belangrijk in gesprek te blijven en naar elkaar te luisteren. Wij trekken de grens zodra geloof de vrijheid van anderen bedreigt of beperkt. Voor discriminatie, homofobie, antisemitisme, moslim- of christenhaat is in onze stad geen plaats. Geloof geeft niemand het recht de vrijheid van denken, zijn of doen van de ander te beperken. Er is in Haarlem geen ruimte voor eerwraak, vrouwenbesnijdenis, kindhuwelijken, gedwongen huwelijken, haatzaaien of geweld tegen andersdenkenden, afvalligen of minderheden. Daar stopt de vrijheid van religie of cultuur en treedt de overheid op. Hart is fel gekant tegen ongewenste invloeden van buitenlandse mogendheden en organisaties en pleit daarom voor verplichte transparantie van gesubsidieerde religieuze, politieke of maatschappelijke instellingen over hun financieringsbronnen.

3.2. Hart wil radicalisering samen tegengaan
Radicalisering moeten we vroegtijdig herkennen en voorkomen. Zo voorkomen we dat mensen zich afkeren van onze samenleving en kiezen voor geweld. Dit geldt voor islamitisch extremisme dat nu veel in de actualiteit is, maar ook voor extreemrechtse, extreemlinkse of andersoortige radicalisering. Mensen moeten weten waar ze met hun zorgen naar toe kunnen. Hiervoor willen we de bekendheid van het meldpunt radicalisering vergroten. Het gaat daarnaast zeer nadrukkelijk ook om integratie, kansen op onderwijs en werk, en bewustwording. Cruciaal in de aanpak van radicalisering is de samenwerking tussen de gemeente met de nabije omgeving van mensen die dreigen te radicaliseren. Hierbij moeten alle relevante instellingen en organisaties betrokken worden.

 

Thema 4: Veiligheid voor alles

Een veilige leefomgeving staat voor iedereen bovenaan. Veiligheid heeft veel aspecten. Veiligheid kun je niet uitbesteden. We zijn allemaal in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor veilig gedrag voor onszelf en voor anderen. Dit geldt in onze verschillende rollen thuis, als  opvoeders, verkeersdeelnemers, wijkbewoners, en als werkgevers of werknemers. Het geldt als we uitgaan of als we sport beoefenen. Overal zijn risico’s die we moeten herkennen en waarmee we om moeten leren gaan. De gemeente moet op de volgende terreinen helpen:

4.1. Hart wil een stevige rol voor de burgemeester rond lokale veiligheid
Door de komst van de Nationale Politie is de rol van de burgemeester veranderd. Hart vindt dat de burgemeester zijn rol als hoofd van de politie op het gebied van openbare orde steviger moet kunnen pakken. Hart wil dat het driehoeksoverleg – het overleg waarin burgemeester, openbaar ministerie en politie spreken over veiligheidsonderwerpen – afspraken maakt over de lokale prioriteiten. De gemeenteraad moet inspraak krijgen in de te maken afspraken.

4.2. Hart zet in op preventie door zorg voor jonge mensen en hun omgeving
Preventie is en blijft de basis van veiligheid. Dit begint in het onderwijs, door het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaters, en het volgen van jongeren die van het rechte pad af dreigen te raken. Belangrijk hiervoor zijn kansen op de arbeidsmarkt, voorkomen van schulden, en tegengaan van discriminatie. Effectieve preventie vraagt om goede samenwerking tussen gemeentelijke diensten, de politie, scholen, zorg- en welzijnsinstellingen, en private initiatieven. Een gemeente met schone straten, zonder kapot straatmeubilair en met werkende straatlantaarns kent minder criminaliteit en overlast. Hart wil dat de gemeente de openbare ruimte netjes houdt, bij overlast snel reageert en goede voorlichting geeft over hoe bewoners de veiligheid in de buurt zelf kunnen vergroten.

4.3. Hart wil politie middenin de samenleving
De politie heeft een veelomvattende taak en moet goed weten wat speelt in de Haarlemse wijken. De wijkagent heeft hierin een cruciale positie. Hart wil dat wijkagenten samen met de gemeente en welzijnswerkers in de wijken optrekken in het geven van voorlichting en het op een laagdrempelige wijze aanspreekbaar zijn in de buurt. Ook bij het tegengaan van huiselijk geweld is deze samenwerking belangrijk. Criminaliteit waar burgers relatief vaak het slachtoffer van worden – zoals auto- en woninginbraken, fiets- en winkeldiefstal, mishandeling, uitgaansgeweld of oplichting – kan alleen opgelost worden wanneer er voldoende recherchecapaciteit binnen de politie aanwezig is en deze effectief werkt. Dit moet beter. Naast politie zien we steeds meer gemeentelijke Bijzondere Opsporingsambtenaren (BOA’s). Zij houden toezicht in wijken en buurten, kunnen handhaven, maar zij zijn ook voor veel bewoners een laagdrempelig aanspreek- en informatiepunt. In de Haarlemse veiligheidsaanpak spelen de BOA’s een belangrijke rol, maar er moet wel altijd een heldere taakverdeling bestaan met de politie.

4.4. Hart wil geen onnodig cameratoezicht en preventief fouilleren
Een belangrijk onderdeel van veiligheid is je vrij voelen zonder het gevoel te hebben dat iemand over je schouder meekijkt. Het bewaken van de privacy van de inwoners van Haarlem is daarom van belang. Soms kan het echter nodig zijn om mensen individueel te controleren om zo de veiligheid van het collectief te vergroten. Hart pleit ervoor vrijheden niet doelloos op te offeren in ruil voor schijnveiligheid. Hart is evenwel voorstander van het selectief inzetten van cameratoezicht en preventief fouilleren. Deze maatregelen dienen altijd tijdelijk, doelgericht en proportioneel te zijn. De gemeenteraad moet altijd worden geraadpleegd voor inzet van deze instrumenten. Hart is voorstander van het gebruik van bodycams door de politie, BOA’s en andere zorgverleners op straat omdat we dit zien als instrument met een preventieve werking op agressie.

 

Thema 5: Excelleren in zorg en welzijn

De gemeente krijgt steeds meer zorgtaken en draagt daarmee een steeds grotere verantwoordelijkheid voor het welzijn dat van deze zorg afhankelijk is. Daarnaast draagt de gemeente ook een steeds groter financieel risico op dit terrein. Verder zien we versnippering in de uitvoering, veel regels en bureaucratische drukte, en onzekerheid door aanbestedingen onder zorgverleners, en door contracteisen van de verschillende zorgverzekeraars.

5.1. Hart wil een professionele regierol voor de gemeente
Hart wil het management van deze zorgtaken vanuit de gemeente verder professionaliseren, te beginnen met de ontwikkeling van een transparante rapportage waarin de reikwijdte van de zorg (aantal zorgbehoevenden en demografie hiervan), de kwaliteit van de zorg en de kosten van de zorg gevolgd kunnen worden. Hart wil de kwaliteit van de prestatie in dit belangrijke takenpakket kunnen vergelijken met normen en met andere gemeenten in Nederland. Hart wil dat Haarlem voor deze zorgverlening bij de beste 10% van de gemeenten in Nederland behoort. De nu bestaande overschotten in het sociale domein worden de komende jaren wat Hart betreft onder andere geïnvesteerd om de prestatie van de gemeente op dit terrein te verbeteren en nieuwe vormen voor preventie, welzijnswerk en zorg te ontwikkelen.

5.2. Hart wil de zorg dicht bij huis organiseren
Hart wil een goede aansluiting tussen huisarts, wijkteams, welzijn en mantelzorg. De wijkverpleegkundige wordt weer de spil in de buurt. De regeldruk en de bureaucratie nemen aantoonbaar af. Binnen de wijkteams wordt de samenwerking tussen welzijnswerk, zorg, schuldhulp en de sociale dienst versterkt. Per dossier wordt een regisseur aangesteld die voor de betrokken Haarlemmers het overzicht behoudt en de weg wijst. Bij het WMO-loket komt een ergotherapeut om met aanvragers te onderzoeken en beoordelen wat zij nog wel zouden kunnen doen.

5.3. Hart wil dagbesteding voor gehandicapte en chronisch zieke mensen
Voor gehandicapten, chronisch zieken en kwetsbare ouderen moet Haarlem dagbesteding blijven faciliteren. Iedereen moet kunnen meedoen aan de samenleving. Hart wil investeren in vormen van ‘beschut’ werk voor mensen met weinig aansluiting op de arbeidsmarkt.

5.4. Hart heeft oog voor eenzaamheid
Hart geeft prioriteit aan het bestrijden van eenzaamheid. Eenzaamheid is een van de grote stille problemen van deze tijd. Veel ouderen zijn eenzaam, maar ook alleenstaande mannen van 50+, mantelzorgers en LHBT-ouderen behoren tot de groepen waar relatief veel eenzaamheid voorkomt. Hart wil samen met buurtbewoners investeren in welzijn in buurten om eenzaamheid te voorkomen. Hart wil dat bestaande locaties zich meer inzetten om een ontmoetingsplek voor ouderen te zijn (bijvoorbeeld de bibliotheek, de kantine van het zorgcentrum, de sportclub, de jeu de boules baan, de dansclub, het buurthuis, etc.).

5.5. Hart is kritisch op marktwerking in de zorg
Hart is er niet van overtuigd dat ‘marktwerking’ de beste aanpak is als het om zorg gaat. Misschien wel om de kosten op korte termijn te drukken, maar als dit over de ruggen van de werknemers gaat (arbeidsvoorwaarden en werkdruk) gaat dit uiteindelijk ten koste van de kwaliteit van de zorg. Er is een goed alternatief voor uitbesteden en aanbesteden, en dat is bepaalde taken als gemeente weer zelf ter hand nemen, bijvoorbeeld in samenwerking met omringende gemeenten en met organisaties van zorgverleners. Zo zou een ‘zorgcoöperatie Kennemerland’ tot stand kunnen komen met voldoende schaalgrootte om de gemeentelijke taken stabiel, kwalitatief hoogwaardig en financieel efficiënt uit te kunnen voeren.

 

Thema 6: Actieve ondersteuning van vernieuwing in het onderwijs

Onderwijs in Haarlem is sterk in ontwikkeling. Het keurslijf van vaste onderwijstypes maakt steeds meer plaats voor individueel gerichte leerwegen. Kinderopvang, kleuter- en primair onderwijs zijn langzaam aan het integreren. Inzet van digitale leermiddelen vraagt om andere voorzieningen. Een internationale school is inmiddels gestart en groeit snel. Plannen voor universitair onderwijs worden ontwikkeld. Onderwijsorganisaties zijn zelfstandig, maar de gemeente is verantwoordelijk voor huisvesting en onderhoud, voor aanpassing aan nieuwe eisen, en voor verduurzaming van dit omvangrijke gebouwenbestand.

6.1. Hart wil dat scholen in het primair onderwijs hun taak verbreden
Het klassieke lagere school rooster stamt diep uit de vorige eeuw. Ondertussen werken mannen en vrouwen, en streven we naar gelijke ontplooiingsmogelijkheden. Taalontwikkeling van kinderen kan niet vroeg genoeg beginnen, bij voorkeur samen met hun ouders als hier achterstanden zijn. Scholen zouden dit veel beter moeten ondersteunen door gedurende 50 weken per jaar van 8u tot 18u onderwijs en opvang aan te bieden voor kinderen van 2-12 jaar. Hart wil dat Haarlemse scholen hiermee gaan experimenteren en wil dat de gemeente de infrastructuur hiervoor levert.

6.2. Hart wil excellent onderwijs in Haarlem
Haarlem heeft veel en diverse scholen, maar scholen hebben moeite de kwaliteit altijd op het hoogste niveau te houden. Hart wil dat scholen minder concurreren en meer samenwerken om deze kwaliteit in een snel veranderende samenleving te verhogen of hoog te houden. Een goede school is veilig, biedt een rijke leeromgeving, daagt uit en heeft uitstekende leraren. Hart wil extra aandacht voor de positie en faciliteiten van deze leraren, die nog altijd de spil van excellent onderwijs vormen.

6.3. Hart wil goede en duurzame schoolgebouwen
Scholen voeden onze toekomstige burgers op. Schoolgebouwen behoren tot de belangrijkste en meest intensief gebruikte gebouwen van de stad. Daarom is het van belang dat schoolgebouwen en de geboden faciliteiten functioneel adequaat zijn, goed onderhouden worden en schoon zijn. Schoolgebouwen moeten aan hun leerlingen het goede voorbeeld geven waar het gaat om een duurzame opzet, inrichting en bedrijfsvoering. Hart is er voor dat duurzaamheid een vaste plaats krijgt in het lesprogramma.

 

Thema 7: Sport en cultuur als bindmiddel voor de stad

Haarlem heeft een grote culturele traditie en schitterende podia voor actuele uitingen hiervan. Ook op sportgebied heeft Haarlem veel te bieden. Maar de cultuur- en sportwerelden veranderen. En niet iedereen doet in dezelfde mate mee. Hart ziet als prioriteiten:

7.1. Hart wil dat sport bereikbaar is voor alle Haarlemmers
Sport ontstresst, verbetert gezondheid en fitheid, en bevordert sociale cohesie. Zorg en veiligheidsbeleid zijn oplossingen voor problemen. Sport is naast cultuur één van de sterkste instrumenten om deze problemen te voorkomen. Geen sector heeft een sterker maatschappelijk middenveld dan de sportsector. Door individualisering van de sportbeoefening komt dit middenveld onder druk te staan, wat bijvoorbeeld zichtbaar wordt in krimp en vergrijzing van het ledenbestand van verenigingen. Sport innoveert ook. Er komen nieuwe sporten op, en nieuwe manieren om samen sport te beleven. Hart wil dat de gemeente een sportbeleid heeft dat sportbeoefening en -participatie van jong tot oud bevordert en het sociale weefsel dat sport biedt helpt in stand te houden en uit te breiden.

7.2. Hart wil groene ruimte om te bewegen
Steeds meer jongeren en volwassenen sporten buiten het traditionele verenigingsverband. Hart wil ervoor zorgen dat in elke wijk openbare sportvoorzieningen beschikbaar zijn en dat deze niet opgeofferd worden aan woningbouw of andere stedelijke ontwikkeling. Ook vinden we het belangrijk dat in de stad zoveel mogelijk plekken zijn die uitnodigen om te sporten of te bewegen. Bijvoorbeeld door hardlooproutes te markeren, beweegtoestellen te plaatsen of speelveldjes aan te leggen.

7.3. Hart wil een bruisende cultuursector in de stad
Haarlem heeft een eeuwenoude kunst- en cultuurtraditie. Deze traditie versterkt het gevoel van Haarlemse identiteit en brengt mensen samen. Het vormt bovendien een belangrijke aanleiding voor stadsbezoek van buiten Haarlem (zowel vanuit Nederland als vanuit het buitenland). Hart wil daarom een krachtig cultuurbeleid dat breed, innovatief en wervend is.

7.4. Hart draait de voorgenomen verkoop van de Egelantier terug
Het huidige college heeft de verkoop van de Egelantier als bezuiniging in het programma opgenomen. Om de Egelantier te verkopen zijn de zittende huurders uit het gebouw gezet. Hart vindt dit een kapitale blunder en eist herstel van dit verkeerde besluit. De verkoop van de Egelantier moet worden gestaakt om er een toonaangevende broedplaats van te maken van kunst- en cultuurinitiatieven voor Haarlemmers en de rest van Nederland.

 7.5. Hart wil investeren in lokale journalistiek
Een goed werkende democratie kan niet zonder controle van de macht. Lokale journalistiek is daarom belangrijk, maar staat onder druk door overheidsbezuinigingen, snel veranderende technologieën en grote spelers die de advertentiemarkt domineren. Hart willen investeren in meer financiële slagkracht voor de Haarlemse journalistiek, met name voor onderzoeksprojecten. Samenwerking tussen nieuwsorganisaties met verschillende nieuwskanalen moet daarbij bevorderd worden. Wij juichen het toe wanneer Haarlem de handen ineenslaat met de provincie en de buurgemeenten om samen meer impact te kunnen hebben in het ondersteunen van de regionale journalistiek. Ondersteunen betekent ook dat de gemeente informatievragen van journalisten snel en proactief beantwoordt. Uiteraard moet de onafhankelijkheid van de journalistiek hierbij nooit in het gedrang komen.

 

Thema 8: Betere doorstroming van het verkeer

Als forensenstad heeft Haarlem veel belang bij een goede verkeersinfrastructuur in en rond de stad. Hier zijn op het moment veel knelpunten. In de structuurvisie van de gemeente zijn goede plannen ontwikkeld om deze knelpunten op te lossen. Hart wil dat deze plannen voortvarend worden uitgevoerd. Hart wil dat de gemeente ophoudt met geld te investeren in cosmetische projecten die niet bijdragen aan de oplossing van knelpunten.

8.1. Hart ondersteunt het tunnelproject Randweg-Schipholweg
Haarlem is een forensengemeente, met een grote dagelijkse verkeersstroom vanaf de Randweg naar de Schipholweg en vice versa. De verbinding tussen beide vormt nu een belangrijk knelpunt in de doorstroming, wat tot overlast leidt voor zowel automobilisten als omwonenden. Hart ondersteunt daarom het projectidee om beide met een tunnel te verbinden en roept gemeente en provincie op dit grote project verder uit te werken en in de tijd te gaan inplannen.

8.2. Hart moedigt elektrisch rijden aan
Om het gebruik van elektrische auto’s te stimuleren, willen we snel meer laadpalen in de stad plaatsen. Ook wil Hart het experiment aangaan met differentiatie van parkeertarieven, op basis van milieuprestaties van auto’s. Daarnaast wil Hart dat Haarlem andere technieken de ruimte geeft. Waterstof is een goed voorbeeld. Wij vinden dat Haarlem als duurzame stad een waterstoftankstation mogelijk moet maken. Dat heeft een landelijk effect. Daarnaast willen wij een sloopregeling voor oude auto’s op fossiele brandstof introduceren, in combinatie met een aanschafregeling voor (de goedkoopste) elektrische voertuigen. Als alternatief kunnen we gebruikers van de sloopregeling ook een fiets of een OV-tegoed aanbieden, in samenwerking met vervoersbedrijven en fietshandelaren. In andere steden is dit een bewezen succes.

8.3. Hart is tegen verdere uitbreiding van Schiphol
Schiphol nadert zijn grenzen. Dit is nu al te merken in toenemend vliegverkeer boven Haarlem en Heemstede en de overlast die dit veroorzaakt. Hart erkent de economische betekenis van Schiphol voor Nederland, de regio en daarmee ook voor Haarlem, maar is tegen verdere kwantitatieve uitbreiding van Schiphol op de huidige locatie. Bovendien staat ongebreidelde groei van het luchtverkeer op gespannen voet met de duurzaamheidsambities van Rijk en gemeente. Hart wil een nationale studie naar een toekomstbestendige luchtvaart, waarin een visie ontwikkeld wordt op de economische betekenis, gerelateerd aan duurzaamheid, en aan ruimtelijke inbedding gekoppeld aan minimalisering van overlast en gezondheidsschade.

8.4. Hart is tegen de herinrichting van de Dreef
De Dreef is een historische en monumentale entree van de stad. Door een dwaling van het college dreigt hier een herinrichting die ernstig afbreuk doet aan beeld en functie van de Dreef. Hart wil het bestaande beeld handhaven.

8.5. Hart is tegen de aanleg van de Dolhuysbrug
Investeringen in de verkeersinfrastructuur dienen volgens Hart altijd gericht te zijn op het oplossen van knelpunten voor gebruikers en omwonenden. Hart is er niet van overtuigd dat het aanleggen van de Dolhuysbrug het bestaande knelpunt in de fietsroute tussen Centrum en Noord gaat oplossen, terwijl de situatie voor omwonenden verslechtert en wederom een historisch stadsbeeld aantast. Aanpassing van de bestaande Kennemerbrug is effectiever en goedkoper.

 

Thema 9: Een realistische route naar een duurzame toekomst

Om duurzaamheid kunnen we niet heen. Of het nu gaat om klimaat, grondstoffen, biodiversiteit, fijnstof of de vele andere milieuthema’s, we zullen een duurzame weg moeten vinden om onze omgeving op langere termijn leefbaar te houden. Ook duurzaamheid kun je niet uitbesteden. Uiteindelijk zullen alle inwoners en bedrijven daarin hun eigen rol moeten spelen en verantwoordelijkheid moeten nemen.  Maar tegelijk is dit ingewikkeld, duurt het lang en is het vaak kostbaar om grote veranderingen te bereiken. Daar moeten we reëel over zijn.

9.1. Hart wil dat Haarlem in een realistisch tempo een duurzame stad wordt
Hart is voor duurzaamheid, voor de opbouw van een circulaire economie en voor uitfasering van fossiele brandstoffen. Hart vindt dat de huidige plannen van het college op dit punt echter onvoldoende onderbouwd zijn en vindt het daarom onverantwoord dat Haarlem met 2040 een agressievere tijdlijn voor ogen heeft dan die van het Rijk (2050). Technologie om volledig van het gas af te kunnen, met warmte uit duurzame bronnen, is op dit moment nog niet eens bedacht of grootschalig uitgetest, laat staan economisch rendabel. Om maar te zwijgen over bouw- en infrastructuur-technische realisatie waarvoor op dit moment de capaciteit niet bestaat. Hart wil nauw betrokken zijn bij de ontwikkelingen op dit terrein en ondersteunt proefprojecten in samenwerking met andere partijen. Maar Hart wil realistische doelstellingen en concrete en uitvoerbare aanbevelingen voor woningeigenaren en bedrijven.

9.2. Hart wil dat Haarlemse nieuwbouw zelfvoorzienend wordt
Het uiteindelijke doel is in Haarlem zoveel mogelijk schoon en zelfvoorzienend te worden qua energieverbruik. Alle nieuwbouw wordt wat ons betreft energieneutraal of energiepositief. Haarlem moet zich daarom voorbereiden op de nieuwe bouwvoorschriften die op dit punt vanaf 1 januari 2020 zullen gaan gelden. Voor bestaande bouw denkt Hart voor Haarlem dat gas, uiteindelijk in de vorm van groen gas uit duurzame bron, overigens nog lang nuttig en nodig zal blijven. Voor Hart voor Haarlem is ‘aardgasvrij’ dan ook geen principieel punt. We zullen van het gas af gaan als de markt betaalbare alternatieven aanbiedt, en niet eerder. Zover is het voor de bestaande bouw echter nog niet.

9.3. Hart wil schone en concurrerende stadsverwarming
Hart wil dat de warmtevoorziening in Haarlem toekomstbestendig wordt en wil af van blok- of stadsverwarming waarbij de warmte afkomstig is van vervuilende bronnen. Daarom willen wij stadsverwarming waar mogelijk verduurzamen, door in te zetten op een mix van aardwarmte, zonnewarmte en restwarmte. Om dit voor elkaar te krijgen, moet de gemeente de handen ineenslaan met leveranciers. Hart wil dat bewoners en bedrijven die zelf kiezen voor en investeren in schone alternatieven geen aansluitplicht krijgen op stadsverwarming. Stadsverwarming zal zich ook economisch moeten bewijzen ten opzichte van alternatieven.

9.4. Hart wil dat de vervuiler betaalt
Door vervuilen duurder te maken zorgen we ervoor dat Haarlem voor iedereen leefbaar en aantrekkelijk blijft. Voor de gemeente willen we dit budgetneutraal doen en extra inkomsten inzetten om vergroening financieel aantrekkelijker te maken. Dit kan bijvoorbeeld door parkeertarieven voor emissievrije voertuigen te verlagen. Groei geeft kansen op vergroening. Met behulp van korting op de bouwleges kan er circulair en energiezuinig gebouwd worden. De gemeente moet zelf ook het goede voorbeeld geven door waar mogelijk altijd groene keuzes te maken. Hart wil dat de gemeente haar positie als grote klant gebruikt om haar leveranciers tot groener gedrag te bewegen.

9.5. Hart wil keuzevrijheid bij energiebesparende maatregelen en geen dwang!
Hart vindt dat bewoners en bedrijven zoveel mogelijk zelf keuzen moeten kunnen maken over investeringen, energiekosten en het functie- en comfortniveau dat dit oplevert. Hart wil dat gemeenten met het Rijk en de financiële sector samenwerken om tot een stimulerend en samenhangend instrumentarium te komen om bewoners en bedrijven bij deze vaak ingewikkelde keuzen te ondersteunen. Dit instrumentarium kan bestaan uit voorlichting, fiscale stimulering, subsidies, inzet van het energielabel, ed. De investeringen die nodig zijn om woningen of bedrijfspanden te verduurzamen kunnen zeer aanzienlijk zijn. Deze investeringen zouden zich moeten vertalen in een hogere waarde van het onroerend goed. Deze kapitaalswaarde zou voor een betere vergelijkbaarheid zichtbaar moeten worden in de waarde van woningen en bedrijfspanden. Omgekeerd zouden woningen en bedrijfspanden die energetisch nog niet ‘gesaneerd’ zijn als zodanig gemarkeerd moeten worden en een afslag op de waarde moeten hebben. Deze woningen hebben als het ware een verborgen gebrek dat een keer via een investering van een bepaalde omvang (soms klein, soms groot) opgeheven zal moeten worden. Energielabels vervullen deze functie nu slechts in zeer beperkte mate, vooral omdat er geen financiële waarde aan gekoppeld is. Op dit punt is nog veel verbetering mogelijk. Hart denkt hierbij bijvoorbeeld aan differentiatie in hypotheekverstrekking, in het tarief van de overdrachtsbelasting, of in WOZ-tarieven, om hiermee gerichte investeringen te stimuleren.

9.6. Hart wil dat de stad zich voorbereidt op klimaatverandering
Zelfs als Haarlem zijn klimaatdoelen haalt is het niet gezegd dat de rest van de wereld dit ook zal doen. De voortekenen op dit punt zijn helaas niet gunstig. We moeten er daarom serieus rekening mee houden dat de klimaatverandering doorzet, met alle gevolgen van dien. Hart wil dat Haarlem een gedegen risico-analyse maakt van de mogelijke gevolgen voor de stad. Deze risico-analyse moet zijn weerslag hebben op het lange termijn investeringsbeleid van de gemeente.

 

Thema 10: Ruim baan voor ondernemers

Haarlem is een forensenstad, maar de bedrijvigheid in de stad zelf neemt ook toe. Hart juicht dit toe en wil dit bevorderen.
Werkgelegenheid in de stad zelf heeft veel sociale voordelen, zeker voor de lagere inkomensgroepen. Haarlem biedt ook prima vestigingsmogelijkheden binnen de Metropool regio Amsterdam. Bovendien beperkt dit de verkeersstromen, wat weer goed is voor de duurzaamheid.

10.1. Hart wil een aanpak om leegstand in de binnenstad te voorkomen
Hart maakt zich zorgen over de binnenstad. De kaalslag onder de traditionele winkelbedrijven die aan de gang is vraagt om nieuwe concepten om ondernemers in de binnenstad te houden. Ook zullen de regels voor de bestemming van gebouwen en delen van de stad herzien moeten worden. De strikte functiescheiding die jaren lang gebruikelijk was werkt in toenemende mate contraproductief bij de herbestemming van panden, met als gevolg enerzijds langdurige leegstand, en anderzijds tekorten van bijvoorbeeld woningen. Hart wil dat de gemeente samenwerkt met ondernemers en projectontwikkelaars om vraag en aanbod beter en sneller bij elkaar te brengen.

10.2. Hart wil een brede discussie over de toepassing van de Omgevingswet
De Omgevingswet wordt tijdens de komende coalitieperiode realiteit. De Omgevingswet bevat veel mogelijkheden om lokaal maatwerk toe te passen, Hart wil deze benutten. Het is van groot belang om het lokale bedrijfsleven intensief te betrekken bij het formuleren van een omgevingsvisie, waar onder andere wonen, detailhandel, horeca en bedrijventerreinen deel van uit maken. Ook de infrastructuur die op termijn nodig is om de energietransitie mogelijk te maken maakt onderdeel uit van deze afwegingen. Denk bijvoorbeeld aan de inpassing van ‘duurzame  warmtestations’ als alternatief voor gasverwarming. Alleen dan kan worden gewaarborgd dat voldoende rekening wordt gehouden met economische aspecten. Deze omgevingsplannen vervangen de bestemmingsplannen en veel gemeentelijke verordeningen. Hoe eenvoudiger en globaler, hoe meer ruimte bedrijven krijgen voor lokale, duurzame initiatieven. Tegelijkertijd is het gewenst voldoende rechtszekerheid te blijven bieden aan gevestigde én nieuw te vestigen bedrijven. De uitdaging is hier een juiste balans in te vinden.

10.3. Hart wil maximale participatie op de arbeidsmarkt
In Haarlem doet iedereen mee en er is werk zat. Werken naar vermogen is dan ook ons devies. Ook voor hen die door persoonlijke problemen, een arbeidshandicap of mentale beperking niet direct bij een gewone werkgever aan de slag kunnen. Dit laatste geldt vaak helaas ook voor 50-plussers die nog steeds zeer moeizaam toegang tot de arbeidsmarkt krijgen als zij daar door uiteenlopende omstandigheden uit zijn geraakt. Hart vindt dit zot in een maatschappij waar we in principe tot ons 70ste moeten doorwerken. Hart wil met werkgevers in gesprek om voor deze groepen de toegang tot de arbeidsmarkt te verbeteren. Daarnaast wil Hart dat de gemeente ‘beschut werk’ creëert in zoveel mogelijk wijken in de stad. Hier kan de gemeente ook bijstandsgerechtigden een steentje laten bijdragen en zo hun kansen op regulier werk verbeteren.

10.4. Hart wil meer regionale samenwerking in de arbeidsmarktdienstverlening
Hart ondersteunt een dringende wens van ondernemers om de regionale samenwerking tussen gemeenten, onderwijsinstellingen, en intermediairs op het terrein van de arbeidsmarkt te verbeteren. Zorg voor eenduidigheid in de dienstverlening van de servicepunten voor werkgevers en biedt werkgevers één regionaal loket.

10.5. Hart wil toegang tot digitale én persoonlijke dienstverlening
Steeds meer dienstverlening en informatieverstrekking verloopt digitaal. Steeds vaker zelfs alleen nog maar digitaal. Tegelijk is een aanzienlijk deel van de bevolking laag geletterd of niet bedreven in de omgang met deze digitale wereld. Hart wil dat de gemeente hier oog voor heeft, zelf werk maakt van de digitale overheid, maar ook toegankelijk blijft voor persoonlijk contact. De gemeente moet er op toezien dat toegang tot snel internet in de hele stad mogelijk is.

10.6. Hart wil nadeelcompensatie voor ondernemers
Wanneer bouw- en wegwerkzaamheden langer duren dan gepland en gecommuniceerd dan wil Hart dat getroffen ondernemers hiervoor een schadevergoeding kunnen krijgen. De gemeente moet hiervoor samen met opdrachtgevers, aannemers en verzekeraars een compensatieregeling ontwikkelen. Dit geeft ondernemers duidelijkheid en vermindert eventuele zorgen en weerstand tegen projecten.

 

Thema €’s: Versterk de financiële positie van de stad

Elk programma heeft een financiële kant. Deze vinden we zeer belangrijk, want de politiek moet zorgvuldig met publieke middelen omgaan. De schuld van de gemeente Haarlem is ondanks forse bezuinigingen in de afgelopen vier jaar, met meer dan €450 miljoen nog altijd hoog. Veel te hoog wat Hart betreft. Door schuld af te bouwen betalen we minder rente en worden we minder kwetsbaar voor een eventuele stijging van deze rente. Dit geld kunnen we gebruiken, bijvoorbeeld voor de bouw van nieuwe basisscholen, voor meer groen of voor investeringen in het sociaal domein.
Daarom gelden voor Hart de volgende uitgangspunten voor het financieel beleid:

  • Afbouw van de grote Haarlemse schuld met minimaal 5 miljoen per jaar. Dit is voor Hart een prioriteit.
  • Geen nieuwe schulden meer aangaan voor lopende zaken. Dat betekent dat voor extra uitgaven extra inkomsten of financiële meevallers nodig zijn, of dat er andere keuzes gemaakt moeten worden.
  • Voor investeringen in de stad of in de infrastructuur, bijvoorbeeld voor het verbeteren van de verkeerssituatie of voor de energietransitie, moet er altijd een positieve maatschappelijke business case zijn. Tegenover kosten moeten aantoonbare baten staan.
  • De woonlasten, behoudens inflatie, ongemoeid te laten. Dat betekent bijvoorbeeld dat Hart niet de OZB verhoogt om nieuwe politieke ambities te financieren.
  • Geld dat overblijft, bijvoorbeeld in het sociaal domein, toevoegen aan de algemene middelen. Hart is tegen aparte potjes.

Eén gedachte over “Programma Hart voor Haarlem”

  1. Een van de betere lokale verkiezingsprogramma’s. Een programma dat logisch volgt uit de stellingname van Hart van Haarlem in tal van zaken die Haarlemmers de afgelopen jaren raakten.

Reacties zijn gesloten.